Sommige woorden kunnen hetzelfde gespeld zijn en hetzelfde betekenen als in het ABN bijvoorbeeld : lijn, rang, zijn, bank, heb, grof , de, te, je,moeilijk, vriendelijk enz.
Sommige woorden kunnen hetzelfde gespeld zijn als in het ABN, maar een andere betekenis hebben. bijvoorbeeld : zoon = zon, haan = hadden, meest = mest.
Zgn. “vreemde woorden” uit het ABN, die wij in het dialect hetzelfde uitspreken, blijven qua spelling ongewijzigd! bijvoorbeeld : jack, spatie, colonne, recessie.
Vreemde woorden uit het ABN, waarbij de uitspraak van één of meer lettergrepen in het Zömmers duidelijk afwijken, kunnen anders worden geschreven. bijvoorbeeld : tillefoon, (telefoon),buroo (bureau), kedoo (cadeau), mesjien (machine) e.d.
Bij de werkwoordsvormen gaan wij voorlopig fonetisch te werk. D.w.z. dat wij zoveel mogelijk de klank van een werkwoordsvorm weergeven, zoals wij die horen in ons Zömmers dialect. Wat de uiteindelijke spelling betreft: Daarover zijn wij nog volop in overleg. Zodra deze voor ons vaststaat, zullen wij onze bevindingen daaromtrent hier zeker melden!
aa, ee, oo en eu klinken in het dialect ALTIJD als in aar, eer, oor en eur!
De ó (= de o van bok) en de uu (= de uu van fuut) zijn in het Zömmers KORTE klanken!
De sjwa (= de toonloze e) in bijvoorbeeld HALF hoeft o.i. niet per se geschreven te worden. (maar wie hem sterk benadrukt kan het wel doen!) bijvoorbeeld : haalf of haalef, kelk of kellek, waerk of waerek.
De ao-klank is gekozen om een typische, langgerekte o-achtige klank weer te geven. Vergelijk de klank van “oh” die we in het ABN gebruiken om aan te geven dat we iets heel mooi vinden)! Deze klank neigt vanuit de o-klank ietsje naar de a-klank. Bijvoorbeeld: daor, kaort, baord, sigaor, klaore,vraow, schaow, haole e.d.
Het achtervoegsel -lijk hanteren wij ook in het Zömmers. Bijv. daalijk, gemainlijk enz.
Soms kiezen we voor ào (= de korte ao-klank van punt 9), omdat de o-achtige klank in sommige Zömmerse woorden afwijkt van de korte o-klank van HOK) Deze klank neigt in ons dialect iets naar de a toe. bijv. Gàode mee nào hois?
De ae in bijvoorbeeld waerk, is ook een wat vreemd uitziende klank. Vondel gebruikte deze klank ook wel eens in zijn geschriften, vanwege zijn Brabantse roots. (Zijn vader verhuisde als lakenkoopman vanuit Antwerpen naar Amsterdam.) Deze klank lijkt veel op de èè in èèr of gèèr, maar neigt ietsje naar a-klank. Luister in het Astens en Zömmers dialect naar de zin : Ik heb graag werk! In Asten klinkt die als : Ik heb gèèr wèèrk; in ons dialect : Ik heb gèèrwaerk (neigt naar waark).
De oeu-klank uit het Frans (in bijv. oeuvre) horen wij zo veelvuldig in ons Zömmers, dat wij deze gewoon overgenomen hebben van de Fransen in onze spelling. bijvoorbeeld, schaap – schoeup, ’t dorp – toeurp, koeure – kuieren. Anderen kiezen dan bijvoorbeeld voor schèùp of schööp!! Wij niet.
De ö-klank hebben we geleend van onze Duitse buren, die in hun taal en ook in hun dialecten deze zelfde klank kennen! In het ABN kennen we die ook in het woordje löss!