- ópkrasse
weggaan
- opper (d’n)
een hoop hooi, (hoofd van politie)
- opperneij(d)
opnieuw
- oppers of nieters
kop of munt
- óppezaort
te zijner tijd
- oppezaort
te zijner tijd
- opstèèke
de prijs verhogen
- ópstroipe
opstropen. ook: ópstroepe
weggaan
een hoop hooi, (hoofd van politie)
opnieuw
kop of munt
te zijner tijd
te zijner tijd
de prijs verhogen
opstropen. ook: ópstroepe