- laaie
lijden ook: luiden
- laang
lang. ook: lank
- Lai wijveknoip
drukknopen
- lai wijvepap
warme melk met beschuit
- lampeketoewn
pit voor olielamp
- landkappe
spel
- lank
lang ook: laang
- laocht
lucht (hemel) ook: luchtig (gekleed)
- laoi
lade
- laopkarke
rollator
- làoter
later
- lap
2½ cent
- lapbónne
tuinbonen
- lappe
geld uitleggen bijv. bij een avondje stappen
- lapswans
nietsnut
- lawke
kleine zoetwatervis (zeelt)
- leecht
licht
- leechtelek
waarschijnlijk
- leegt
leren band voor burries
- leeje
leden/ledematen
- leend
leidsel van het paard
- leier, vk lirke mv lirre
ladder, laddertje, ladders
- leiere
leren
- leije
leiden, sturen vt. laide volt.deelw: gelaid
- leijke
lekken
- leine
linnen/lenen
- lekblok
zoutblok voor de koeien
- lekke
likken
- lektoet
zoete likstaaf
- letje
latje
- lichverrig
lichtvaardig
- liefdenhois
bejaardenhuis/verzorgingshuis
- liejs
vel (op de pap of de pudding)
- lierielaow lielielaow
lauw (drank,eten)
- lieverdemennekes
duizendschoon. ook: lievermennekes
- lievet
lijfgoed, ondergoed
- lijd
leed
- lijfke
kort hemdje, waaraan de jarretels zaten
- lijk (krek) as
net zo als
- limmeneere
eten en drinken (bijv.op een feest) ook: lawaai maken
- linbank
(boeren-)leenbank
- lippel, vk lippelke mv lippels
lepel,lepeltje,lepels
- liske
lusje aan kleding
- löbbes
goedzak
- löbbig
ruimvallend
- loerrie
slappe koffie/thee
- loewter
louter
- loipse
lopense = oppervlaktemaat = 1655 m2
- loistere
luisteren
- loizekaemke
luizenkam
- loizepedje
scheiding in het haar
- loorske
’n oude fiets
- loud
lood
- loup
beekje
- loupe
lopen
- loupkar
rollator
- louws
varkenslongen (bij de slacht)
- luije, laide, gelaid
luiden (van klokken),luidde, geluid
- lulfiool
zanikmuts ook: lulfiep
- lulhoer
kletsmajoor
- lullijk
lelijk
- lups
loops
- luts
een tijdje
- lutske
een beetje, een slokje
- luuks
trek-en tevens rijpaard