- kraige, vk kraigeske,mv kraiges
kruiwagen
- krainagel
seringen
- krakkemikkig
bouwvallig. figuurlijk: van zwakke gezondheid ook: krikkel
- kraol
kraal. verkleinwoord: krölleke-krölke
- kraonekraaie
kraanvogels
- kraonemèèr
waterplas bij de Hollestraat
- krawsel
jeukplek
- kreb
carbonade
- krebber
scheermes
- kreezie
gek
- krek
juist, precies
- krek inder
precies hetzelfde
- kremmig
stijf (spierpijn)
- krengele
ergens met moeite doorkruipen
- krentje
weekendblad. bijv: ’t Contact
- krep
snijwond in je huid
- kreum
inspanning, moeite
- kribbebijter
gierigaard. Ook: paard dat ruif kapotbijt, hongerlijer, vrek
- kriense
fijn dorsafval/kippenvoer
- krikkel
wankel, slecht
- krimmer
pijn in de rug
- krimmere
centen omgooien met ijzeren kogel (bolker)
- krimmerkaar
de kar van een marskramer
- krint
krent
- krintenbaord
besmettelijke uitslag/korstjes rond de mond
- kristalham
suiker
- kroesel, mv kroesele
kruisbes
- kroeselenbos
kruisbesstruik
- kroikske
kruikje
- kroim (kruim)/kreum
moeite,inspanning
- kroom
krom
- kroom
krom
- kroot
dennenappel
- kruche
kreunen