WoordVertaling
    m’n aige

    mezelf

    maaie

    maaien    ook: mae

    maaimesien

    maaimachine

    maand,vk maendje

    mand, mandje

    maansvolk

    mannen

    maeleke

    melken

    maerge

    morgen

    maergemutske

    muts onder poffer, klein rond mutsje

    mai

    maand mei  ook: mij

    maimert

    meimarkt

    maiwàoter

    regenwater in de meimaand dat goed is voor de haren en de was

    makkedoefke

    ’n sullige vrouw

    maoi

    larve van een vlieg of mug

    maol

    kalf

    mardie

    uitroep van verbazing

    maw

    mouw

    medàolie

    medaille

    medinne

    zo meteen/dadelijk. ook: medein, medjinne, medinne

    meekirres

    af en toe

    meen de

    van mij

    meepesant

    tegelijkertijd  ook: impesant

    meestkeul

    mestvaalt

    meier

    meer

    mekaar

    elkaar

    melknoorze

    visjes in de put, die voor helder water zorgen

    melling

    merel

    menizzie

    manege (dors-)

    menneke

    mannetje

    mergt

    markt

    merke

    meertje

    merling

    merel

    mert

    maart ook: markt

    mertveld

    marktterrein

    mesjesterse boks

    ribfluwelen broek

    meukesmaand

    aardappelmand

    meule

    molen

    meuleperd

    een paard dat de dorsmachine deed draaien. ook:dikke forse vrouw

    meuskebaerge

    verstoppertje spelen

    meutelgàotjes

    gaatjes van houtwormen

    mi

    met

    mi t’r irre

    tegelijkertijd

    middelsijn

    medicijn

    miejer

    muur (onkruid)

    miejmoet

    oudere vrijgezelle dame

    mik

    witbrood

    millewe

    bladluizen

    milluw

    meeldauw

    min,minne

    mijn (vrouwelijk) mijn (mannelijk)

    minder, meenst

    minder, minst

    missep

    erf rond boerderij, àongelog, dries

    mist, miste

    meest,meeste

    mister

    meester

    mistersschool

    jongensschool

    moek

    mist

    moekaechtig

    mistig

    moelies

    soort bessen

    moewt

    mie moewt =tante mie

    moewte

    moeite, ruzie

    móffel

    mondvol

    mök

    jong kalf  ook: lomp iemand

    mölder

    meikever

    mölk

    karnemelk

    mommer

    voogd over minderjarig kind

    mouwer

    kleine ketel voor water, koffie e.d.

    mouwie

    mooi

    mubbel

    meubel, dikke vrouw

    mutserd

    takkebos

    muujer

    muur

    muujerbisje/ moejerbisje

    konijn (vr.)

    muujere

    troebel maken

    muujg

    moe

    muujke, appels muujke

    in het donker leggen

    muuke

    het in het donker laten rijpen van fruit